Het correct inbouwen van de Smart Bell
Waar u vooral op moet letten is het rookkanaal en de ombouw. Hieronder leest u enkele tips hierover:
Het rookkanaal:
De buitenbuis moet een naadloze aansluiting hebben met het bestaande rookkanaal. Indien hier een klein kiertje tussen zit, zal de warmte via het oude rookkanaal ontsnappen. Het oude rookkanaal zal dan altijd blijven trekken waardoor het de warmte uit de boezem zal zuigen.
De ombouw:
De achterliggende muur kan de warmte ook absorberen. Het is dus belangrijk dat de geproduceerde warmte in de ombouw alleen via de roosters de ombouw kan verlaten. Hierdoor is van belang dat de achterliggende muur voorzien wordt van een isolerende plaat (bijvoorbeeld Superisol). Gebruik geen materialen waar bindmiddelen in gebruikt zijn. Deze bindmiddelen kunnen verdampen en een vervelende geur afgeven. Ook dient op de hoogte van de bovenkant roosters een plafond gemaakt te worden van dezelfde plaat. Deze zorgt ervoor dat de warmte direct via de roosters de ombouw zullen verlaten.
Wanneer u de Smart Bell gaat inbouwen, heeft u te maken met een van de drie onderstaande situaties:
In situatie 1 wordt het toestel in een bestaande schoorsteen geplaatst. U moet 2 flexibele voeringen op het apparaat aansluiten (a). U moet de 2 flexibele voeringen door de bestaande schoorsteen trekken. Rond de buitenste flex moet je een luchtdicht sluitsysteem creëren ten opzichte van de bestaande schoorsteen (b). Bovenop de 2 flexibele voeringen moet je de concentrische dak doorvoer bevestigen om ervoor te zorgen dat de luchttoevoer (inkomende en uitgaande) blijft gescheiden. (c) Met andere woorden, u moet een evenwichtig rookkanaalsysteem creëren.
In de tweede situatie gebruiken we 2 flexibele voeringen die op het toestel worden aangesloten (a). De middelste flexibele voering die het rookgas afvoert, moet helemaal naar de bovenkant van de schoorsteen worden getrokken (b). De 150 mm flexibele voering gaat door de bestaande schoorsteen en moet luchtdicht worden geïnstalleerd (c). Vanaf hier zal de bestaande schoorsteen op dezelfde manier werken als de buitenste flexibele voering (d). Bovenop deze situatie moet u opnieuw eindigen met de concentrische rookgasafvoer (e). In deze situatie kan / zal het rendement worden verminderd.
De derde optie lijkt op de vorige situaties. U kunt 1 of 2 flexibele voeringen gebruiken. Het grote verschil is dat je het apparaat moet isoleren. Bij grote en massieve boezems is het verstandig om rondom het vuur wat extra isolatie aan te brengen (Superisol of Skamol) (a). Of ceramische deken en geen materialen met bindmiddelen. Deze bindmiddelen kunnen verdampen en een vervelende geur afgeven.
Daarnaast moet u ervoor zorgen dat het afgedichte deel van de bestaande schoorsteen 100% luchtdicht is (b).