Geen mooi vuur? Te veel rook en te weinig vlammen? Waarschijnlijk gebruik je dan verkeerd hout of stook je niet op de juiste manier. Hout stoken is serious business. Wij hebben daarom tien gouden regels en tips voor je op een rij gezet.
Bereid je goed voor
- Zorg dat je haard het juiste vermogen heeft. Een kachel met te veel of juist te weinig vermogen werkt niet optimaal. Het gevolg is onvolledige verbranding en dat geeft geen mooi vuur, kan rook veroorzaken, en het is slecht voor de gezondheid en het milieu.
- Laat minstens één keer paar jaar de schoorsteen vegen door een erkend vakman. Dit voorkomt problemen, in het ergste geval een schoorsteenbrand.
- Stook niet bij windstil of mistig weer. Bij mist of een gebrek aan wind blijven rookgassen om het huis hangen. Dit is schadelijk voor je gezondheid en voor die van de buren. Een windkracht van minder dan 2 op de schaal van Beaufort wordt beschouwd als windstil weer. Op de Stookwijzer kun je zien hoe de stookomstandigheden zijn.
- Stook alleen droog, onbehandeld hout. Liefst ook nog hout met een keurmerk (FSC of PEFC), zodat je weet dat bos wordt teruggeplant om de kap te compenseren. Het hout moet ook gekloofd zijn, minimaal twee jaar buiten onder een afdak hebben gelegen om te drogen en mag niet te dik zijn. Het is aan te raden de vochtigheid van het hout te meten met een vochtmeter. Houtvochtigheid moet tussen de 15% en 18% liggen.
- Gebruik nooit geverfd of geïmpregneerd hout: bij verbranding komen zware metalen vrij. Ook (spaan)plaat is uit den boze vanwege de lijm die erin zit. Stook ook geen papier en karton, want dat geeft veel rook en vlieg-as en is daarom zelfs verboden als brandstof.
Aan de slag
- Maak een houtvuur aan met aanmaakblokjes en kleine houtjes. Vuur aanmaken met brandbare vloeistoffen (bijvoorbeeld spiritus) is een heel slecht idee; dit kan levensgevaarlijke situaties zoals steekvlammen veroorzaken. Wat dan wel een goede methode is? Begin met het plaatsen van dik hout op de bodem van de haard, leg daarop losse houtjes en aanmaakblokjes, en steek die aan. Stapel het hout losjes, zodat de lucht er goed bij kan. De beste methode is de Zwitserse stookmethode.
- Zorg voor volledige luchttoevoer. Goede houtkachels zijn voorzien van een klep, waarmee de luchttoevoer goed te regelen is. Zet ook deze kleppen volledig open. Wordt het vuur te heet? Voeg dan geen hout meer toe. Verminder nooit de luchttoevoer.
- Wordt het binnen te warm met de houtkachel aan? Stook dan met minder hout en zet even een raam open. Wat je in elk geval niet moet doen, is de luchttoevoerklep dicht schuiven. Dan smoor je het hout namelijk: het hout verbrandt dan niet volledig waardoor er extra veel schadelijke stoffen ontstaan.
- Controleer of je goed stookt. Een goed vuur heeft gele, gelijkmatige vlammen en je ziet bijna geen rook uit de schoorsteen komen. Oranje vlammen en donkere rook geven aan dat de verbranding niet goed is: zorg dan voor voldoende of extra luchtaanvoer.
- Laat een houtvuur vanzelf uitbranden. Als je het vuur tempert door de luchttoevoer te verminderen, komen veel schadelijke stoffen vrij.
Heb je nog andere problemen met hout stoken of over het algemeen met je houthaard? Klik dan hier voor de oplossing! Daarnaast kan je ook contact opnemen met je dealer of met onze klantenservice. Daarnaast is onze (opfris)cursus stoken wellicht iets voor jou. Je leert dan alle fijne kneepjes van het stoken. Lees er hier meer over.